www.nazatendevries.nl
Geschiedenis en Genealogie van het Groningerland
De borg Fraam bij Huizinge

 

Foto hierboven: Een tekening van Andries Schoemaker in zijn atlas van Kastelen en steenhuizen vervaardigd tussen 1710 en 1735.

De naam van deze borg komt in oude tijden voor als Feradema, Ferawema, Frawama, Frademe en Frame. In 1399 komt een Frouweke Ferawema te Huizinge voor, die land koopt te Middelstum in de venne, met de naam 'Pijpan'.

Waarschijnlijk is zij verwant aan de in 1403 vermelde Rodolphus Frawama, deze bezit dan namelijk ook land in de 'Pijpana'. Zeer waarschijnlijk is er een verband met het huis Frouwama te Huizinge, dat in 1371 genoemd wordt. Ook komt Frowingatil (Fraamtil) voor. In Leens komt ook een Frademaheerd voor in 1405, genoemd in dezelfde boedel als het huis te Huizinge. Wat wijst op een zelfde naam oorsprong.

Blideke toe Faam
In de jaren 1440-1487 komt een Blideke toe Fraam (Blyke Fradema in 1443) herhaaldelijk voor, zelfs als hoofdeling. Zij bezit veel land in de Ommelanden, dat zij door vererving en huwelijk verkrijgt en door aankoop nog uitbreidt. Zij moet een godvruchtige vrouw zijn geweest: zij sticht in de kerk van Zandeweer een prebende, een fonds waaruit een kanunnik wordt betaald die ook aan liefdadigheid doet, en in haar testament laat zij iets na voor de armen van Huizinge en Wijtwerd (Westerwijtwerd). Wie haar ouders zijn is niet bekend.

Haar eerste man, van volgens sommige bronnen 4 mannen, is Ailco Onnema, bij wie zij een zoon krijgt die naar zijn grootvader Reyner Eysinga wordt genoemd. Deze zoon sterft jong en ook zijn vader wordt niet oud. Blideke is hertrouwd met Egge Addinga van Westerwolde en dat huwelijk kost haar geld. De Addinga's hebben voor hun niet zo succesvolle, Westerwoldse politiek veel geld nodig. Egge wordt in 1485 door de Westerwolders vermoord. Hun zoon Haije, zet zijn politiek voort. In 1487 verkopen moeder en zoon hun rechten op Fraam aan Claas en Sweder Cater, die zij hun neven noemen. Onduidelijk is hoe de verwantschap ligt, mogelijk zijn Rolef Kater, vermeld in 1408 en Rodolphus Frawama, vermeld in 1403, dezelfde persoon.

 

Foto hiernaast: Een tekening van Andries Schoemaker in zijn atlas van Kastelen en steenhuizen vervaardigd tussen 1710 en 1735.

Claas Cater
De heerd wordt in 1487 omschreven als bestaande uit huizingen, hemingen, grachten, wallen, singels en met een poortvenne. Bij een latere scheiding is Fraam toegekomen aan Claas Cater, die het na zijn dood nalaat aan zijn zoon Luert die in 1508 trouwt met Bawe Ripperda. Althans volgens een boedelscheiding van 1479, opgemaakt in 1503.

Luert sterft omstreeks 1520 als zijn kinderen nog minderjarig zijn. In 1541 worden Claas en Luyrt Kater hoofdelingen te Huizinge genoemd. Claas Cater wordt eigenaar van Fraam. Uit zijn huwelijk met Anna Tamminga wordt eveneens een zoon Claas geboren, die bij zijn vaders dood in 1556 nog maar acht jaar is. Deze Claas bezoekt verschillende universiteiten. Door zijn contact met de familie Coenders, Derck Coenders is zijn stiefvader, gaat hij al vroeg tot de hervorming over. Hierdoor moet hij na 1580 in ballingschap gaan. In 1594 keert hij terug naar Fraam, waar Claas in 1602 sterft.

Hille en Frederik Coenders van Helpen
Zijn huwelijk met Anna van Burmania is kinderloos. Zo wordt zijn zuster Hille erfgenaam, die gehuwd is met Frederik Coenders van Helpen. Deze heeft als vurig protestant lange tijd in het buitenland gezeten. Hij is een van de opstellers van de bekende 'Supplication' die uit naam van de ballingen uit Stad en Lande in 1570 te Spiers aan de keizer wordt aangeboden. In 1594 kan hij terugkeren, waarna hij in 1602 burgemeester wordt van Groningen. In 1614 werkt hij mee aan de oprichting van de universiteit. Hij overlijdt in 1618 en zijn vrouw in 1622, beiden te Huizinge, zonder kinderen na te laten. Na haar dood gaat Fraam over aan Frederiks halfbroer Wilhelm, een krijgsman die niet veel op Fraam vertoefd zal hebben. Hij wordt in 1618 drost van Leerort, waar hij in 1639 overlijdt. Zijn grafschrift in Huizinge vermeldt zijn krijgsdaden. Ook een in 1629 gegoten torenklok, tot 1907 aanwezig, herinnert nog aan hem.

Dochter Anna Coenders en Berend Coenders op de borg

Afbeelding links: Een prent gemaakt in 1920 door Hendrik Faber uit Zandeweer toont de borg in volle glorie.

Zijn dochter Anna is in 1624 getrouwd met een verre neef Berend (Bernard) Coenders van Helpen (1601-1678). Dit echtpaar betrekt nu Fraam. Onder hen beleeft de borg zijn bloeitijdperk. Immers Berend Coenders is een van de bekendste Ommelanders van zijn tijd. Hij bedrijft alchemie en schrijft daarover geleerde boeken. Als politicus speelt hij een grote rol. Zo maakt hij in 1639 en 1640 als lid van de Staten Generaal deel uit van de 'ambassade naar Kopenhagen' om een verlaging van de tol voor de Sont te bewerkstelligen. In 1643 probeert hij te Groningen een staatsgreep te plegen, wat mislukt, waarna hij uit al zijn ambten wordt ontzet. Hij komt echter terug en wordt in 1668 zelfs president van de Ommelanden.

Valsmunterij
Bekend is ook zijn hardvochtig optreden tegen ds. Hamer van Huizinge, beschuldigd van valsemunterij. Dit proces bezorgt hem een slechte reputatie, terwijl valsemunterij een zwaar misdrijf is en de dominee waarschijnlijk niet zo onschuldig is als hij zich voordoet. In januari 1678 sterft hij. Het is niet bekend waar maar in elk geval niet in Kopenhagen, zoals wel wordt verondersteld. In de kerk te Huizinge is nog een koorhek aanwezig, door hem in 1641 opgericht.

Berend Coenders heeft verschillende zoons, van wie Willem en Frederik bekend worden als makers van de zogenaamde Coenderskaart, waar dan ook Fraam onder de borgen bovenaan staat. Zijn oudste zoon Abel Coenders van Vervou erft Fraam. De titel Vervou erft hij van een oudoom. Door zijn huwelijk met Bijwe Lewe verkrijgt hij Onnema te Zandeweer, waar hij eerst ook woont. Na de dood van zijn vader gaat hij waarschijnlijk op Fraam wonen, althans hij voert voor Huizinge processen op de landdag. Na de dood van Abel in 1690 komt Fraam aan zijn zoon Joost Lewe Coenders van Vervou. Ook hij compareert (voert processen) op de landdag, eerst voor Zandeweer en later, na de dood van zijn vader, voor Huizinge. Onnema is trouwens in 1689 verkocht door zijn crediteurs. In 1703 overlijdt Joost.

Joost huwt vijf maal. Zoon Bernhard, uit zijn tweede huwelijk met Ebelina Johanna Clant, volgt hem op te Fraam. Deze sterft in 1728 te Geismar in Hessen en is daar in de grote kerk bijgezet. Daarvóór heeft hij Fraam verkocht. In 1710 verkrijgt hij deze borg uit de nalatenschap van Jan Clant van Ludema. Hij vestigt zich daar. In 1713 draagt hij Fraam  met rechten, schathuis en landerijen over aan Willem Alberda van Dijksterhuis. Deze zal er niet gewoond hebben. Het is niet bekend wat er met de borg gebeurd is. Volgens de overlevering is hij in 1738 gesloopt.

Huidige toestand

 

Afbeelding links : borg Fraam. Foto van een tekening van H. Faber uit 1920 van de borg Fraam, zoals die er rond 1738 uit heeft moeten zien.

Tegenwoordig is het borgterrein niet meer te herkennen.

Bij een egalisatie in 1959 zijn nog resten gevonden van de alchemistische werkzaamheden van Berend Coenders.

Onder Middelstum ligt een boerderij Nije Fraam, de verhouding tot Fraam is niet bekend.

BAREND COENDERS VAN HELPEN

 

Foto: Fotograaf W.F. Pastoor uit Loppersum heeft de borg Fraam in vogelvlucht getekend, jaartal onbekend.

COENDERS VAN HELPEN (Barend), heer tot Fraem, Huisinghe, Moercappel, Faan, Sartingehuizen, Menkeweer, enz., geboren te Groningen in Juni 1601, ridder in de Orde van St. Michiel (vóór 1624), president der Ommelanden, Gecommitteerde voor Groningen in de Generaliteitsrekenkamer, herhaaldelijk afgevaardigde der Staten-Generaal, zeer Frans gezind en herhaaldelijk naar Frankrijk gereisd, vooral tijdens Frederik Hendrik, invloedrijk staatsman, gevolmachtigd gezant der Staten aan het hof van Denemarken (1639) en in Zweden (1677), in welke functie hij in 1678 te Kopenhagen overlijdt. Zijn vader is Abel Coenders van Helpen, in 1603 burgemeester der stad Groningen; zijn moeder Titia van Vervou.

Coenders is een Gronings landedelman van het onvervalste type; een lokaal despoot van de ergste soort, die onophoudelijk in botsing komt met zijn omgeving en ook telkens overhoop ligt met 's lands autoriteiten. In 1644 beproeft hij zelfs een formele staatsgreep tegen de stad Groningen, die evenwel mislukt. De op het Rijks- en Gemeentearchief te Groningen nog aanwezige stukken en bescheiden geven een levendige indruk van de volslagen willekeur waarmee hij binnen de grenzen van zijn gebied de gewoonte heeft op te treden.

Alchemist
Hij is een veelzijdig, ontwikkeld man, sinds 1657 een overtuigd alchemist. De alchemie beoefent hij ook praktisch: in 1920 worden bij het afgraven van de ondergrond van huize 'De Fraam' te Middelstum nog tal van koperglans- en andere ertsbrokken gevonden, en daarbij nog resten houtskool, enz., welke naar alle waarschijnlijkheid uit zijn laboratorium aldaar afkomstig zijn.

Afbeelding links: W.F. Pastoor, foto van een tekening van J. Vinhuizen, de borg Faam rond 1700.

Barend Coenders is de anonieme schrijver van het in 1689 bij Carel Pieman te Groningen uitgekomen, fraai geïllustreerde werk over alchemie: L' Escalier des Sages ou la Philosophie des Anciens, avec des belles Figures, par un Amateur de la Vérité (Gron. 1689, fol.). Tegelijkertijd verschijnt in Parijs een verkorte, en in beter Frans geschreven tekst van het boek onder de titel: Introduction à la Philosophie des Anciens, par Un Amateur de la Vérité (Paris, chez la Veuve de Claude Thiboust et Pierre Exlassan, 1689, 12o). Het boekje is, wat orthograpie en stijl betreft, [p. 318] verbeterd door de abt van Saint-Ussan, M. Pompée Colonne; het privilège du Roy dateert al van 18 september 1687. Van de Groningse folio-uitgave verschijnt in 1693 een herdruk in Keulen, bij Claude le Jeune. Deze is vrijwel gelijk aan de eerste uitgave, maar wat minder fraai uitgevoerd. De titel luidt:

'Thrésor de la Philosophie des Anciens. Où l'on conduit le Lecteur par degrez à la connaissance de tous les Metaux el Minéraux Et de la maniére de les travailler et s' en servir pour arriver enfin à la perfection du Grand Oeuvre. En forme de Dialogues et Enrichis de três belles tailles douces, Mis en lumière par Barend Coenders van Helpen, Gentil-Homme'.

Van deze uitgave bezit de Kon. Bibl. in Den Haag een exemplaar.

Het boek is omstreeks 1677 geschreven. Dit kan worden vastgesteld uit enkele, er in vermelde gebeurtenissen. Het moet zeker vóór 1685 voltooid zijn geweest. De schrijver laat in de dialogen blijkbaar zijn beide zonen, Willem en Frederik Coenders van Helpen, als sprekers optreden. Het hele werk is een typisch religieus, alchemistisch product van die tijd, zonder enige verheffing boven het gemiddelde type van de mystieke lectuur van die dagen. De schrijver laat een ruime belezenheid zien op dit en aanverwant gebied, en ook van kennis van de alchemistische praktijk, die hij al sinds 1657 schijnt te beoefenen. Hier en daar toont hij ook enige kritische zin en een goed, nuchter verstand. Als geheel is dit postume geschrift een zwak werk van de oude dag, dat tenslotte in kanseltaal en vrome ontboezemingen eindigt.

Bij zijn vrouw Anna Coenders (geb. 1624) heeft hij drie zoons: Abel, Willem en Frederik en een dochter Elisabeth, die in 1655 ongehuwd is gestorven.

Wilhelmus Coenders van Helpen

Wilhelmus (Wilhelm) Coenders van Helpen (14 april 1572 - Leerort, 11 augustus 1639) is militair, landdrost van Leerort(Dld) en borgheer van de borg Fraam nabij Huizinge. Coenders, zoon van Derck Coenders van Helpen en diens derde echtgenote Anna Tamminga, leidt een actief bestaan als militair. Hij behoort tot het Staatse leger en is betrokken geweest bij de veroveringen van Lingen, Groningen, Rheinberg, Sluis, Steen, IJzendijke, Aardenburg, Gulik, Oostburg en de Schenkenschanz. Hij raakt meerdere malen bij de gevechtshandelingen gewond, onder andere bij Aardenburg, Eeklo en Oostende.

In 1618 wordt hij benoemd tot drost en bevelhebber van de vesting Leeroort. In datzelfde jaar volgt hij zijn overleden halfbroer Frederik Coenders van Helpen, burgemeester van Groningen, op als borgheer van Fraam. Hij overlijdt in augustus 1639 in zijn woonplaats Leerort. Zijn lijk wordt naar Huizinge gebracht waar hij wordt begraven in de Johannes de Doperkerk. Een grafzerk in het koor herinnert aan hem en aan zijn krijgsverrichtingen.

De zerk is in opdracht van zijn schoonzoon Berend Coenders van Helpen gemaakt en op zijn graf aangebracht. De zerk is zo groot, dat er een sleuf in de muur van het koor gehakt moet worden om de zerk op haar plaats te krijgen. Hij wordt ook vermeld op een luidklok uit 1629, die vanaf 1907 niet meer in de kerk aanwezig is.

De tekst op de klok luidt als volgt:

WILHELM CONDERS VAN HELPEN, HEER TOT FRAEM, TOT HUISINGA MET ANNEXE CARSPELEN HEUVELINCK, GOUVERNEUR OP LIEROORT ENDE UNICUS COLATOR TOT HUISINGA, ME FIERI FECIT ANNO DOMINI 1629. MIT GODDES HULPE HADT MICH MEISTER NICOLAS SICMANS G.GOTEN IN GRONIGEN IM JAARE CHRISTI 1629. ISDT GODT MIDT UNS, WER KAN WIDER UNS

Hij trouwt op 2 november 1606 in Groningen met Elisabeth Rolteman en krijgt twee kinderen:
1. Anna, (overl. 1676), erfdochter van de borg Fraam, huwt haar verre achterneef Berend Coenders van Helpen.
2. Derk (1611-1613)

 

Aan het eind van het artikel over de Sint Janskerk van Huizinge kun je meer lezen over Willem Coenders en de grafzerk aldaar.

 

Bronnen:
F.M. Jaeger, Historische Studiën (Groningen 1919) p. 150.
H.O. Feith, Nobilicium Groninganum, 's Gravenhage 1886.
Formsma, De Ommelander Borgen en Steenhuizen, 1973.